Documenten mevrouw van der Jagt

Van mevr. van der Jagt heeft Oud Vorden ontvangen voor publicatie Vorden quotisatie 1808, Bevolking Vorden 1813, Vorden Quotisatie Landmilitie 1814.

Vorden quotisatie 1808 is een weergave van de inhoud van:

- Lijst van Vorden wegens de quotisatie in de heffing van 3 Millioenen ingevolge de wet van den dertigsten Maart 1808, Archief Gemeente Vorden, inventarisnummer 708.

- Het Archief van de Gemeente Vorden bevindt zich inmiddels in het archief te Doetinchem; voorheen was het in het archief te Zutphen, waar het toegangsnummer 4001 had.

Wat is een quotisatie

Men spreekt van een quotisatie als een vooraf bepaald (belasting)bedrag wordt omgeslagen over een bevolkingsgroep. De mensen moeten samen dit bedrag opbrengen, maar de verdeling van dit bedrag hangt af van de inzichten van degenen die het quotisatieplan opstellen. Er is geen vast tarievensysteem voor.

Deze quotisatie van 1808 was een nationale quotisatie, bedoeld voor de eerste 10% aflossing van een staatslening van f 30 miljoen.Tot een volgendeaflossing via een quotisatie is het niet gekomen, want een jaar later werd deze methode om de staatsschuld af te lossen bij wet weer afgeschaft.

Criteria

Elke gemeente bepaalde zelf wat iedereen moest betalen. Het was niet de bedoeling uit te gaan van het inkomen van iedereen (want dat kon men als lokale overheid niet weten), maar van de levenswijze, de mate van uiterlijk waarneembare welstand. Wist men toevallig wel hoeveel bezit en/of inkomen iemand had, dan werd dit uiteraard meegewogen, maar dit was niet de kern van de zaak. Dus je kunt niet zomaar stellen dat iemand in een hoog tarief rijk was; hij leefde rijk. Uiteraard zal iemand die rijk leeft, meestal ook rijk zijn.

Vrijstellingen en lege huizen

Na enig wikken en wegen bepaalde de gemeenteraad van Vorden de belastingtarieven. Men besloot degenen die een armoedig leven leidden vrij te stellen. Bij deze huisnummers is in het bestand ‘ontbreekt’ vermeld, evenals bij enkele huizen die op dat moment onbewoond waren.

In het archiefstuk zijn deze nummers overgeslagen.

Zorgvuldigheid gemeenteraad

Sommige mensen waren het niet eens met hun tarief; zij dienden een bezwaar in (bv de dominee Hugenholtz, die gelijkgesteld wilde worden met de pastoor), maar de indruk bestaat dat de gemeenteraad van Vorden het quotisatieplan zorgvuldig heeft gemaakt.

Wie betaalden?

  • hoofden van huishoudens
  • inwoners (ook inwonende vaders of moeders indien weduwe)
  • knechten, meiden, ander personeel, grote zonen en dochters

Let op: grote kinderen kunnen buiten Vorden wonen, omdat ze daar werken. In het bestand zie je deze kinderen niet. Zij betaalden belasting in hun woonplaats.

Wie niet?

  • zeer arme mensen
  • echtgenotes
  • jonge kinderen (de leeftijdsgrens is niet onderzocht, omdat bij sociale indelingen meestal wordt gewerkt met aantallen huishoudens of hoofden van huishoudens en niet met aantallen personen)

Namen bewoners en nummers van huizen

In de kolommen rechts zijn de mensen weergegeven die in 1811 in de huizen woonden.

Deze informatie is vaak afkomstig uit: ‘Contribution des portes et fenêtres’, Archief Gemeente Vorden, inventarisnummer 321. Deze informatie moet beschouwd worden als een toegift; archiefstuk 708 is de basis.

Let op: er lijkt soms sprake te zijn van verschillende mensen maar dat zijn het lang niet altijd. De ene keer zijn ze dan aangeduid met hun familienaam en de andere keer met de naam van het huis. Als de voorletter gelijk is, is dit meestal het geval. Maar probeer het te controleren aan de hand van een andere bron (bv de lijst met inwoners uit 1813).

Voorbeeld: nr 83 (in 1808) – hissink=groot venhorstink

Soms is er echter echt een andere bewoner gekomen. Bv bij nr. 89 (in1808)

Bij deze twee voorbeelden is te zien dat de huisnummering inmiddels veranderd was.

(Dus: een huisnummer is altijd lastig. Ook de mensen zelf wisten soms zelf niet meer precies of ze nu op nr 82 of nr 83 woonden. Maar wie in documenten 82 opgeeft, heeft misschien als werkelijk nummer 80, 81, 83 of 84 maar nooit bijvoorbeeld 60.)

Wildenborch

In 1808 hoorde een deel van de Kring van de Wildenborch bij Vorden, vanaf maart 1811 was het ingedeeld bij Laren. Als er in kolom N  ‘Wildenborch’ staat, betekent dit dat de huizen in 1811 niet meer bij Vorden hoorden.

Beroepen

De beroepen zijn weergegeven zoals vermeld in archiefstuk 708. In werkelijkheid combineerden mensen of huishoudens vaak beroepen, meestal agrarische met niet-agrarische activiteiten. Het komt echter niet zo vaak voor dat iemand in verschillende archiefstukken die in de tijd niet zo ver uit elkaar liggen, met uiteenlopende beroepen vermeld staat; blijkbaar werd het genoemde beroep gezien als het onderscheidende beroep.

Wat kan men doen met dit bestand?

  • checken of iemand in 1808 resp. 1811 in Vorden woonde, en waar
  • bepaalde familie- of arbeidsrelaties opzoeken/controleren
  • kijken welk beroep iemand had en hoeveel personeel (let op: zeer jonge knechtjes en meiden komen niet voor in het bestand)
  • enig zicht krijgen op de sociaal-economische positie van een huishouden of een individu
  • een globale sociale piramide maken van de bevolking en/of bepaalde bevolkingsgroepen met elkaar vergelijken.