Oudheidkundige Vereniging "Oud Vorden"

Zoeken

Binnenkort

Open Monumenten Dagen

14 en 15 september Open Monumenten Dagen. Expositie met als thema ‘Migratiestromen in de Achterhoek’, aangevuld met teksten en foto’s over Vordense migranten. Details bij Agenda

 

Sociale media

Geen afbeelding gevonden
Geen afbeelding gevonden
Geen afbeelding gevonden
Geen afbeelding gevonden
Geen afbeelding gevonden

De Decanije

Beschrijving

De Decanije

De naam en de plaats van dit historische pand werd al omschreven als een vicarie in de 14e eeuw. Waarmee het een van de oudste van Vorden kan worden beschouwd.

Onderstaande beschrijving konden we overnemen uit een artikel in De Stentor:

Vicarieën waren fondsen van welgestelden, vaak adellijke families, die voor hun zielenheil een eigen kerkaltaar hadden, met een eigen priester die er missen las. Zo'n fonds werd gevoed uit bezittingen; van de Vordense vicarieën is De Decanije vrij zeker de oudste. Na de reformatie kregen de vicarieën in Vorden het onderhoud van de kosterij.

Na een van de archiefbezoeken in Arnhem was er vreugde. Een akte uit 1598 bracht aan het licht dat de oudere naam van de vicarie De Decanije 'St. Teunis' oftewel 'Sint Antonius Abt' was. Een opmerkelijke ontdekking, omdat die Antonius ook de Vordense kerkpatroon was. Het houdt in dat de vicarie vanouds de belangrijkste in de dorpskerk moet zijn geweest, waarschijnlijk verbonden met het hoofdaltaar. En dat verklaart weer dat de vicarie hoorde bij de (belang)rijkste adel van het dorp, de Heren van Hackfort en van Vorden.

In de Franse tijd kwam scheiding van kerk en staat, waarbij het goed De Decanije werd afgesplitst van de gelijknamige vicarie. Het geld van de verkoop werd in het fonds gestopt. De vicarie is nog actief gebleven tot 1935, blijkens een brief aan de Baron van Hackfort met een verzoek om ondersteuning van de opleiding voor een arme domineeszoon. Erna is niets meer van de vicarie vernomen, maar officieel opgeheven is deze dus ook nooit. Dat maakt de Decanije zo interessant, de historie die slapend toch voortleeft.

Waar zijn de zwarte schim en de dolende ruiter zonder hoofd gebleven, die in de tijd van de bewoning door de burgemeestersfamilie Gallée (18e en 19e eeuw) hier voorbijgangers de stuipen op het lijf joegen? De Decanije was tevens gemeentesecretarie van 1811 tot1875.

Het laatste hoofdstuk van De Decanije vormt de periode 1906-1988, waarin het landhuis herstellingsoord werd voor overspannen spoorwegpersoneel, kennelijk dus ook toen al een hectische sector. Na de verkoop in 1993 werd het een park met vier woongebouwen, waarvan de oude Decanije in herbouwde vorm er een is. De mooie grote binnentuin bestaat nog. Het is er heerlijk rustig, met hobbykoeien in de wei.

Van alle gebouwen op het grote terrein is het oorspronkelijke gebouw het meest kenmerkend, ook al omdat de herbouw werd uitgevoerd met behoud van de oude bouwstijl en de toepassing van dito materialen.